Fast & The Furious … met een eigen karakter!
Als je weet dat de Fast & The Furious-reeks zijn levenslicht zag omdat het voor een groot deel gebaseerd was op de succesformule van de Need for speed-videogames, dan is het maar een klein rekensommetje om te weten dat deze film eigenlijk de voorloper is van de succesvolle Vin Diesel–Paul Walker saga. Of hoe scriptschrijver Gary Scott Thompson, die overigens alle F&F-films heeft neergepend, een absolute 100% fanboy is van zowat alle Need for speed-games die de afgelopen jaren zijn verschenen …
Met dat in het achterhoofd behoeft het geen verdere uitleg. Need for speed zou je gemakkelijkheidshalve kunnen omschrijven als ‘Fast & The Furious 6,5’ (deel 7 komt in 2015 in de zalen). De gelijkenis is treffend! En tóch heeft deze film een eigen karakter …
Zo bouwt de film een wereld op die héél nauw aansluit bij de sfeer van de videospelletjes. Ook regisseur Scott Waugh verdient een pluim op z’n kop, want zijn cinematografie is héél spectaculair in beeld gebracht zonder verlies voor het publiek.
En vooral dat laatste aspect wordt soms nogal eens in actiefilms vergeten! Regisseurs allerhande maken maar al te vaak de klassieke fout, d.w.z.: in plaats van een mooie, gestroomlijnde actiescène kiezen ze voor een warboel van kortgeknipte, MTV-camera-rommelige fragmenten waarbij je als kijker het raden hebt wat er nu precies op het scherm gebeurt. Meestal zie je niet veel meer dan een stuk arm of een lichtflits, ofzo.
In Need for speed gebeurt er enorm veel, maar elke scène is professioneel in beeld gebracht zodat je altijd-en-altijd kan zien wat er zich allemaal afspeelt …
De actie in Need for speed is natuurlijk de grote troef en deze kaart wordt heel vakkundig uitgespeeld. Zo wordt je als kijker overrompeld door brandende sportauto’s die als colablikjes worden samengeperst. Of je krijgt te maken met nooit geziene stunts van bolides die zelfs James Bond jaloers zouden maken. Of je neemt plaats achter het stuur van een sportauto terwijl je met daverende snelheid over de weg scheurt. De POV*-camerastandpunten die regisseur Scott Waugh hiervoor gebruikt zijn niet alleen overduidelijke knipoogjes naar de videospelletjes (waarvan Need for speed: Most Wanted nog steeds het betere werk is), maar het zijn ook enorm leuke scènes om van te genieten!
Natuurlijk is niet alles Michael Schumacher en Formule 1 (of in gewone mensentaal: rozengeur en maneschijn)! Hoewel de film ervoor kiest om de klemtoon te leggen op het ‘WAUW!’ en ‘WOW!’ van de racewedstrijden – wat had je nu gedacht van een film als Need for speed – mocht het gerust iets meer de gaspedaal indrukken voor het verhaal + personages.
Het verhaal – wat een spiegelbeeld is van x-aantal gelijknamige videogames – gaat over hoe een jongeman valselijk beschuldigd wordt van doodslag en besluit om wraak te nemen op zijn voormalige business partner door mee te dingen in een grote autorace waarin hij hoopt zijn onschuld te bewijzen. Niet veel soeps dus en het rechtlijnige autostrade-verhaal had gerust hier en daar wat leuke onverwachte bochten mogen nemen, als je het mij vraagt!
Ook qua acteerprestaties is het maar een platte band. Enkel gewezen karakteracteur Michael Keaton toont zich van z’n beste kant en het is een plezier van jewelste om hem eindelijk nog ‘ns te zien acteren! De man, u wel bekend als Zijne Heer Beetlejuice of Number 1-Batman (Adam West in de vergeten jaren ’60-kinderfilm niet meegerekend) heeft namelijk een niet te versmaden talent voor humor dat hij slechts mondjesmaat kan tentoonspreiden in een a priori* bijrol.
Natuurlijk gaat de meeste aandacht uit naar ex-Breaking bad junkie Aaron Paul die dit keer niet plaats neemt achter het stuur van een mobilhome, dan wel een blitsende racewagen waarmee hij menig verkeersovertreding met de voeten treedt. Hij doet het verrassend goed en wie weet is dit het begin van een mooie filmcarrière. De jongeman was reeds te zien in films als Mission Impossible III en de bescheiden horror-remake The last house on the left … maar er is geen kat die zich dát nog herinnert, dus wat doet het ertoe? (lol)
Verder wordt Aaron Paul bijgestaan door een klein team van nevenpersonages die qua diepgang en diversiteit niet veel meer om het lijf hebben dan de inhoud van een lege kofferruimte, maar niettemin voor de nodige pretmakerij zorgen als zij ten tonele verschijnen. De acteurs die de rollen vertolken zijn best wel okee, maar verwacht geen Nascar-tour de force! Daarvoor zijn de personages alsook vertolkingen iets te fijntjes uitgebouwd.
Ook de slechterik van dienst is een eendimensionale smeerlap die je als kijker nét niet kwaad genoeg maakt om er van te kunnen genieten …
Tot slot nog even zeggen dat er, naar mijn bescheiden mening, té weinig bloedmooie vrouwen de revue passeren. Was dat geen constante in de videogames??
* POV: Point Of View
* a priori: allerbelangrijkst
Kortweg: Need for speed mag bejubeld worden voor zijn spectaculaire actiescènes met dank aan regisseur Scott Waugh die zelden of nooit de handrem optrekt (God zij dank!) waardoor het één en al genieten is van begin tot eind, maar toch is deze film een simpele versie van de alom geprezen Fast & Furious-reeks door het schrijnend gebrek aan inhoud en diepgang (ja, geloof me, de Fast & Furious-films hébben een zekere graad van diepgang!)
Het verhaal is nét ietsje te voorspelbaar (je weet namelijk dat de slechterik in het stof zal bijten en dat de held als overwinnaar uit de bus komt). Dat is op zich niet zo erg – dit is tenslotte een Hollywood popcornfilm – maar de personages en idem dito acteerprestaties geven geen meerwaarde aan het verhaal. Het aantal mopjes en geslaagde oneliners kan je op één hand optellen. En net dáárdoor is Need for speed een klassebak in 4de versnelling, maar haalt ie nooit de 5de versnelling!
Wel een pluspunt voor zij die van het betere soort acteerwerk houden is de terugkeer van Michael Keaton …