Ze hadden in Key West moeten blijven …
Running scared (niet te verwarren met de moderne, ultra-hectische actiefilm met Paul Walker) is een leuke, typische jaren ’80 komedie waarin twee stuntelige flikken de straten van Chicago veilig moeten zien te houden en halverwege de film de beslissing nemen om ergens in een Hawaïaanse omgeving een bar te openen. Zover komt het spijtig genoeg nooit, want het merendeel van de film speelt zich af in het grijze, troosteloze Chicago. De film is één brok ontspanning en je zal er zeker van genieten, dat wel, maar het mist verschillende malen zijn effect.
De film begint in het zonnige Key West en dat levert meteen een frisse start op!
Er zijn maar weinig ‘buddy-cop’ films die zich afspelen in een omgeving van strand-supermodellen op rolschaatsen. De vakantie-getinte ambiance gekoppeld met de altijd vrolijke en opgewekte deuntjes van Michael McDonald’s klassieker ‘Sweet freedom’ zorgen ervoor dat je als kijker het plezier en de warmte ervaart die van het scherm spat.
Waarom beslist werd om terug te keren naar de depressieve Chicago-straten van weleer is een raadsel. De film had nét zo goed een hoge amusementsgraad kunnen veroveren door in het vurige en fel-enthousiaste Key West te blijven vertoeven.
Nog een probleem in Running scared is dat beide hoofdpersonages niet zo goed op mekaar zijn afgestemd. En dat is toch wel de absolute grondregel bij ‘buddy-cop‘-films, niet? Het is namelijk nooit erg duidelijk wie van de twee welke rol moet vertolken. Wie is de stoere? Wie is de komische? Er lijken geen duidelijke richtlijnen te zijn en zowel het verhaal als zijn personages zijn een beetje chaotisch neergepend.
Kijk maar naar 48 hrs of Bad boys. Daar heb je twee protagonisten die – als ze samen op het scherm verschijnen – een samenspel van vuurwerk teweegbrengen! In Running scared valt er weinig of geen chemie te bespeuren tussen beide politieagenten …
Billy Crystal is een meer dan verdienstelijk acteur, maar de man kan zich niet losmaken van het komische genre waarin hij zo vaak vertoeft. En dat is ook de reden waarom hij in deze film niet altijd even goed uit de verf komt als hij een coole flik moet spelen. Het is een jasje dat hem gewoonweg niet goed past. Hij lijkt zich meer thuis te voelen in zeemzoeterige komedies à la When Harry met Sally en City slickers.
Het is dan aan Gregory Hines om de leemte een beetje op te vullen met zijn komisch talent, maar ook hij weet van geen hout pijlen maken! De zwarte acteur, die twee jaar ervoor nog danspasjes plasseerde in het Francis Ford Coppola-gedrocht The Cotton Club stapt in de voetsporen van Eddy Murphy … maar je zal nooit bulderlachen met hem zoals je waarschijnlijk wél hebt gedaan toen je Reggie Hammond of Axel Foley op het scherm zag verschijnen …
Toch eindigen met een positieve noot: de auto-achtervolging op de tramsporen is origineel en leuk om zien en de scène waarin beide personages hun broek uitdoen om een slachtoffer in leven te houden is een schuddebuik-moment.
Kortweg: Running scared is een plezante film die voor de nodige ontspanning zal zorgen, maar het is géén groot mysterie waarom deze film in de vergeethoek is gesukkeld. Er is een schrijnend tekort aan goeie actie en veel van de grappen missen hun effect. Eén vraag blijft onmiskenbaar in je achterhoofd bonzen? Wat als de film zich in het zonnige Key West had afgespeeld en niet in de donkere, deprimerende straten van Chicago?
En dus, het enige wat de moeite loont is de muziek – ‘Sweet freedom’ van Michael McDonald is een onvergetelijke zomerhit die nog wekenlang in je hoofd blijft rondspoken … de rest van de film ben je al na een dag of twee vergeten!